Reactie op Initiatiefwet Voltooid Leven D66
Na de Kamerbrief van Minister Schippers over stervenshulp (hulp bij zelfdoding) bij voltooid levend, is er nu een initiatiefwet van Pia Dijkstra over hetzelfde thema: ‘Wet toetsing levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek.’ Op de aan de wet gekoppelde website kunt u lezen voor wie de wet bedoeld is: “(H)et (gaat) om mensen van 75 jaar en ouder. ‘Uiteraard is iedere leeftijdsgrens willekeurig, maar we gaan er vanuit dat ouderen door de ervaring van het lange leven dat achter hen ligt, in staat zijn om te bepalen of het leven voor hen nog levenswaardig is,’ aldus Dijkstra.” Net als bij de Kamerbrief wordt de lezer dezes direct op het verkeerde been gezet: ‘we gaan er vanuit dat ouderen (…) in staat zijn om te bepalen (…)’. Niet dus, want ook hier is het een ander die gaat bepalen; niet de Schippers-stervenshulpverlener maar de BIG-geregistreerde, daartoe speciaal opgeleide gezondheidsdeskundige Dijkstra-levenseindebegeleider. Wat de oudere hier wil, is en blijft ondergeschikt aan wat de ‘deskundige’ wil. U dient te vragen of uw leven beëindigd mag worden en moet daarna maar afwachten wat een buitenstaander in uw leven daarvan vindt. Er is geen vertrouwen in de burger die zelf recht wil spreken en kan oordelen over het eigen leven. En dan durft Dijkstra ook nog te stellen, notabene in contrast met de euthanasiewet, “dat zelfbeschikking leidend wordt.” Stichting LevenseindeCounseling wil de eigen verantwoordelijkheid die samengaat met autonomie optimaal erkennen. De Levenseindecounselors gaan met hun cliënten een traject van zorgvuldigheid in, waardoor cliënten zelf een oordeel kunnen vormen en voor zichzelf kunnen besluiten. Zij zien daarom meer in een route waarin mensen de eigen regie nemen en zelf de stappen kunnen zetten om een zelfeuthanasie vorm te geven – tot en met het gebruik van een (al of niet legaal verkregen) levenseindemiddel. SLC keert zich dan ook tegen dit D66-initiatief om de eenvoudige reden dat er wederom sprake is van betutteling, van bevoogding, van van staatswege humaan mogen sterven, georganiseerd door een discriminerende overheid. Met controle tot aan het sterfbed. ´Nu vooruit´ – zo luidt een slogan van D66. Geen Pil van Drion in het nachtkastje - voor ooit. Onderzoeker Martijn Hagens (Vrije Universiteit Amsterdam) heeft in samenwerking met Bregje D Onwuteaka-Philipsen en H Roeline W Pasman een artikel gepubliceerd in de Journal of Medical Ethics. Het artikel doet verslag van 17 diepteinterviews met clienten van de levenseindecounselors die in 2012 nog samenwerkten met Stichting de Einder.
Hieronder vindt u de Engelstalige samenvatting (met eindconclusie). Het gehele artikel is hier te vinden. Onderzoeksresultaat: de mogelijkheid van zelfeuthanasie wordt onderzocht en/of gekozen ofwel omdat een euthanasietraject afgewezen is of de toegang daartoe nog onzeker, ofwel omdat men eigen regie (zelfbeschikking) en onafhankelijkheid van artsen ambieert. ABSTRACT Background In the Netherlands, people can receive (limited) demedicalised assistance in suicide (DAS)—an option less well known than physician-assisted dying (PAD). Aim This study explores which trajectories people take to seek DAS, through open-coding and inductive analysis of in-depth interviews with 17 people who receive(d) DAS from counsellors facilitated by foundation De Einder. Results People sought DAS as a result of current suffering or as a result of anticipating possible prospective suffering. People with current suffering were unable or assumed they would be unable to obtain PAD. For people anticipating possible prospective suffering, we distinguished two trajectories. In one trajectory, people preferred PAD but were not reassured of help by the physician in due time and sought DAS as a backup plan. In the other trajectory, people expressed a preference for DAS mainly as a result of emphasising selfdetermination, independence, taking their own responsibility and preparing suicide carefully. In all trajectories, dissatisfaction with physician–patient communication—for instance about (a denied request for) PAD or fearing to discuss this—influenced the decision to seek DAS. Conclusions While PAD is the preferred option of people in two trajectories, obtaining PAD is uncertain and not always possible. Dissatisfaction with physician– patient communication can result in the physician not being involved in DAS, being unable to diagnose diseases and offer treatment nor offer reassurance that people seem to seek. We plea for more mutual understanding, respect and empathy for the limitations and possibilities of the position of the physician and the patient in discussing assistance in dying. |
NIEUWS
|