Gelukkig gebeurde er meer die middag.
Er was een heel aardig programma rondom twee discussieonderwerpen: -wat is voltooid leven? -wat is een humaan sociaal-maatschappelijk antwoord? Het eerste thema ‘wat is voltooid leven’. Wat Els van Wijngaarden zelf betreft is voltooid leven het verlies van verbinding of ook wel gebrek aan beeld van toekomstige binding. Het is een existentieel onderwerp en gaat over een stapeling van verlieservaringen. Er is geen sprake van voltooiing, van heelheid van het leven aan het einde. Daar kom je als begeleider of naaste pas achter als je de vraag achter de vraag weet te stellen. Dat (en het bovenstaande stukje van de site van de UvH) pleit niet voor het legitimeren van zelfeuthanasie, zoals wij levenseindecounselors dat voorstaan. Gelukkig lijkt Els van Wijngaarden daar tamelijk genuanceerd over; ze vindt het legitiem dat die behoefte er is. Maar ze wil aandacht voor die vraag achter de vraag omdat er dus altijd een achterliggend levensthema aan ten grondslag ligt. De sprekers over het thema ‘voltooid leven’ leken op een dunne draad te balanceren. Men nam geen grote conclusies in de mond: “we weten het eigenlijk niet; het is wat de cliënt wil dat het is; het gaat om goed luisteren naar wat echt gezegd wordt door de cliënt/patiënt”. Via discussie met de zaal werd gesteld dat beter gesproken kan worden over levensmoeheid. Toch hoorde je ook hier in de diverse reacties onder andere uit de zaal (veel geestelijk begeleiders en verder iedereen die wat betekent op het vlak van het levenseinde), voor wie echt goed luistert naar het verhaal achter het verhaal, wel degelijk ook een klaar met leven vanuit die eerder gemelde heelheid doorschemeren. Het is maar wat je horen wilt. Het tweede thema ‘wat is een humaan sociaal-maatschappelijk antwoord’: Dat had een wat zorgelijke ondertoon. Eerst mild zorgelijk: kunnen we niet beter via trage vragen komen tot levenskunstbegeleiding in de plaats van stervenshulpbegeleiding? Een passend standpunt wellicht voor deze groep aanwezigen, maar of dit samenleving breed ook belangstelling zal wekken is maar de vraag. En vandaar werd bewogen naar zeer zorgelijk: naasten van zelfdoding zijn slachtoffers en leven in de schaduw van die zelfdoding. En komen daarmee niet toe aan echt leiderschap over hun leven. Omdat hierover nog geheel geen onderzoek is gedaan, gaat deze conclusie wel erg ver. Bovendien weten wij levenseindecounselors als geen ander dat een zorgvuldig uitgevoerde zelfeuthanasie, waar die naasten dan bij betrokken kunnen worden, juist ook voor naasten heel ondersteunend kan zijn. Gelukkig had Hedy d’Ancona een fris antigeluid: de ontwikkeling naar zelfeuthanasie in eigen regie is een emancipatieproces dat door velen in de samenleving van harte gewenst en ondersteund wordt. De beweging Uit Vrije Wil heeft dat bewezen en ruimte gegeven. Een interessante reactie kwam uit de zaal door het stellen van een zeer relevante vraag: wie wil stervenshulpbegeleider worden? Dat leverde slechts een paar aarzelende vingers op. En men merkte vanuit de zaal op dat de koppeling van begeleider en uitvoerder, die in de kabinetsbrief nu nog aan de orde is, heel moeizaam is en dringend mocht verdwijnen. Laat dit dan een belangrijke conclusie zijn van een middagje spreken over voltooid leven. Waarbij toch ook opgemerkt dient te worden dat er nog absoluut geen ruimte lijkt te zijn voor het geheel vrijgeven van middelen (“want wat te doen aan al die mogelijk rondslingerende stervenspillen”) om de eigen regie echt neer te leggen waar hij thuis hoort: bij de mens zelf. Joke Hogenhout, levenseindecounselor (en géén stervenshulpverlener) |
NIEUWS
|