Woensdag 11 september was daar dan eindelijk de uitspraak van de rechter inzake de rechtsvervolging na de omstreden levensbeëindiging van een diep demente vrouw.
En wat waarschijnlijk lang niet iedereen had verwacht: de betreffende specialist ouderengeneeskunde is ontslagen van rechtsvervolging. Zij heeft, zo vond het Hof, aan alle zorgvuldigheidseisen voor levensbeëindiging voldaan. Het OM vond dat niet. Het OM meende dat in dit geval de arts in gesprek had moeten gaan met de zwaar demente patiënt om bevestigd te krijgen dat ze dood wilde. Natuurlijk heerst opluchting rondom de arts en bij de NVVE. Er wordt gesproken van een heldere uitspraak. De uitspraak maakt duidelijk dat de wilsverklaring bij zaken waarbij communicatie met een wilsbekwame demente patiënt niet meer mogelijk is in de plaats mag staan van het gesproken verzoek tot levensbeëindiging door middel van euthanasie. Want dit is de centrale issue in deze zaak: welke wilsverklaring telt? Die van langer geleden en genoteerd in een juridisch geldig document zoals de euthanasieverklaring is? Of de laatste mondelinge uitspraken van iemand, ook al wordt getwijfeld aan de wilsbekwaamheid of wanneer van wilsbekwaamheid al duidelijk geen sprake meer is? Wilsbekwaam en wilsonbekwaam zijn twee uitersten van een o zo complexe glijbaan die eindigt daar waar mensen zelfs wel ontkennen dood te willen, te lijden aan hun situatie. Immers: mensen kunnen soms nog wel wilsbekwaam zijn over het avondeten maar niet meer over het nemen van een beslissing over hun levenseinde. De geschreven wilsverklaring mocht in deze situatie dus staan in de plaats van de mondelingen uitingen van de patiënt. Maar dat wil niet zeggen dat dit voor alle toekomstige zaken ook zo zal gelden. Elke juridische zaak kent zijn unieke omstandigheden en criteria. Ofwel, zoals ook in financiële zaken, huidig succes is geen garantie voor de toekomst. Bovendien is nog niet bekend of het OM mogelijk hoger beroep aantekent. En, met de zaak Heringa in het achterhoofd, is het dan maar de vraag of de uitspraak overeind blijft. Dus waar staan we? Het lijkt dat er wat ruimte is gekomen. Maar kan deze ruimte nu ook ingenomen worden? Dat zal van de artsen afhangen. En vooralsnog zijn veel artsen onverminderd huiverig om in een vergelijkbare situatie te handelen. Bert Keizer heeft dit hierover in de rechtbank tijdens een interview gezegd: “Ik zou in deze situatie geen euthanasie hebben toegepast.” De voorzitter Verenso, Vereniging Specialisten Ouderengeneeskunde zei er het volgende over: ‘Ook met deze uitspraak blijven de dilemma’s bestaan. Als arts zul je zeer zorgvuldig moeten blijven wikken en wegen, bij ieder verzoek om levensbeëindiging opnieuw. Een schriftelijke wilsverklaring is immers geen waardebon voor levensbeëindiging. Laten we vooral met elkaar blijven zoeken naar een antwoord op het lijden, dat onder deze vraag uit de maatschappij ligt. Al kunnen we lijden nooit helemaal voorkomen.’ [1] En in hetzelfde stuk zegt KNMG-voorzitter Héman: ‘Er is een euthanasiewet waarin zorgvuldigheidseisen staan genoemd’, ‘maar in de praktijk blijken complexe situaties voor ingewikkelde dilemma’s te zorgen. Artsen zien vaak dat mensen schriftelijk vastleggen dat zij euthanasie willen als zij ernstig dement zijn geworden. Dit doen zij bijvoorbeeld omdat zij een naaste die aan dementie leed ernstig hebben zien lijden. In de praktijk blijkt echter dat mensen die vergevorderde dementie hebben, soms niet meer kunnen aangeven of ze nog een doodswens hebben of niet. En als een arts niet kan vaststellen dat de patiënt op dat moment ook uitzichtloos en ondraaglijk lijdt, kan het euthanasieverzoek niet worden ingewilligd. Aan alle vereisten van de euthanasiewet moet immers worden voldaan.' Het is dus maar de vraag of er in de huidige praktijk van euthanasie zoveel gaat veranderen. Laten we vooral niet op onze lauweren rusten en denken dat het nu wel geregeld is. Zekerheid is nog steeds alleen te vinden als uzelf uw humane methode hebt uitgewerkt die u de ruimte zal bieden voor een weloverwogen keuze wanneer u daar (nog) helder genoeg voor bent. En één belangrijke tip: praat erover met naasten, arts en eventueel counselor juist vanwege deze zorgvuldigheid. Joke Hogenhout, levenseindecounselor [1]https://www.knmg.nl/actualiteit-opinie/nieuws/nieuwsbericht/opluchting-specialist-ouderengeneeskunde-handelde-zorgvuldig.htm Comments are closed.
|
NIEUWS
|