Verheugd ben ik, om mij in het nieuwe jaar te mogen aansluiten als counselor bij Stichting Levenseinde Counseling.
Mijn naam is Eline Verbruggen, geboortejaar 1978, en ik woon in Zutphen. Op verschillende manieren heeft het thema zelfgekozen levenseinde mijn aandacht. Op persoonlijk vlak raakt het me. Ik heb mijn eigen leven nooit als cadeau ervaren, en heb regelmatig innerlijke gevechten met dat gegeven. Het gevoel dat ik in een wereld leef waarin je als met mens ‘moet willen leven’, is soms beknellend, evenals het taboe dat er ligt op dood willen, of het leven niet te willen of kunnen genieten. Daarnaast heb ik de diepgaande overtuiging dat de beslissing om dood te mogen of willen gaan niemand anders aangaat, dan de persoon aan wie dat leven toebehoort. Geen arts of counselor, geen overheid mag bepalen of iemand wel of niet mag vertrekken uit dit leven. Persoonlijk vind ik daarbij een aantal waarden belangrijk: menswaardigheid, zorgzaamheid, zorgvuldigheid, vrij van oordeel en taboe. Vooral dat laatste staat bij mij bovenaan, vrij van oordeel (met name veroordeling) en taboe. In mijn eerste jaren als hulpverlener, werkte ik regelmatig op een afdeling waar mensen met niet- aangeboren hersenletsel woonden. Ik herinner mij één vrouw heel levendig. Zij vocht in haar leven jarenlang met een bipolaire stoornis, borderline problematiek voortkomend uit een onveilige hechting als kind. Ze zat in een rolstoel, haar handen waren ingezwachteld tegen het dwangmatig kapot krabben van haar lichaam. Ze kon zich niet meer goed uitdrukken of bewegen. Deze vrouw was bij een 4de zelfdodingspoging gevonden. Voor haar te vroeg, voor de hulpverlening en de buitenwereld ‘net op tijd’. Ze werd gereanimeerd, en door het zuurstoftekort waren ook haar hersenen beschadigd. Ze zou nu nooit meer zelf haar leven kunnen beëindigen. Intens verdrietig was ik, en nog steeds, om de verlossing die ze niet kreeg, en de mogelijkheid die ze nooit meer zou hebben om te mogen en kunnen stoppen. In mijn jaren als humanistisch geestelijk verzorger bij defensie heb ik met mensen gesproken over de existentiële vragen in hun leven. Dit soort vragen spelen bij militairen en veteranen regelmatig een rol, zonder dat ze het zelf altijd zo expliciet benoemen. Meestal waren de gesprekken gericht op (over)leven, en soms ook op het niet willen leven. De een stond aan het begin van een lang behandeltraject bij de MGGZ, de ander was vecht-moe, en had het opgegeven. Bij elk van hen, hoopte ik dat ze het zouden redden, dat ze weer een lichtje zouden vinden. Ik deed alles wat in mijn macht lag om er voor hen te zijn. Nooit wilde ik voorkomen dat ze zouden kiezen voor de dood. Wie ben ik om te weten wat de ander voelt of aankan. De extreem getrainde militair die zelfdoding als uiterste vorm van falen ziet, en zegt zijn plan gemaakt te hebben. Wie ben ik om te zeggen dat hij door moet vechten. Ik was er om hem te laten voelen dat ik er altijd voor hem zou zijn, ook in zijn uiterste falen. Ik gaf een toespraak voor een militair die haar leven had beëindigd. De eenheid was geschokt, en voelde dat het had gefaald om haar voldoende te helpen, te kennen, dit te voorkomen. Ik wist dat haar eenzaamheid en gebrek aan verbinding voor haar niet ingevuld kon worden door anderen. Vooral de eenzaamheid in haar sterven maakte mij verdrietig. Na 14 jaar heb ik defensie vaarwel gezegd. Zelfzorg staat nu voorop, en ik wil op andere manieren zinvol bezig zijn. Me aansluiten bij SLC is daar een van. Ik vind mijn persoonlijke waarden van zelfbeschikking, gelijkwaardigheid en menswaardigheid in deze vorm van begeleiding terug. Spannend vind ik het ook, om me nu zo uitgesproken te positioneren in deze thematiek, daar waar we worden weggezet in de hoek van ‘levenseinde kletsclubs’, en de gemoederen soms hoog oplopen. Daar ver bovenuit stijgend neem ik de rol die we hebben uiterst serieus, en doet het me vooral goed, om mijn persoonlijke overtuiging van vrijheid van leven en sterven, op deze wijze professioneel vorm te mogen geven. Eline Verbruggen Comments are closed.
|
NIEUWS
|