OVERDENKINGEN BIJ DE 'WEEK VAN DE EUTHANASIE' Op 9 februari start de jaarlijkse, door belangenorganisatie NVVE in het leven geroepen themaweek over euthanasie. “De NVVE staat voor keuzevrijheid aan het eind van het leven. Je moet zelf regie kunnen houden over hoe je wilt sterven. Om het bewustzijn van keuzemogelijkheden te vergroten en de consequenties ervan te kunnen overzien organiseert de NVVE jaarlijks de Week van de Euthanasie” (website NVVE). Voor de NVVE wijst die keuzevrijheid dus hoofdzakelijk dan wel expliciet op de mogelijkheid om euthanasie te verkrijgen. Anders had die week ‘De week van keuzemogelijkheden rondom het levenseinde’ geheten. Die keuzevrijheid nu, wordt door de NVVE rechtstreeks in verband gebracht met ‘regie’: “u kunt alleen de regie over het levenseinde houden als u weet wat de mogelijkheden zijn.” Die regie staat centraal (‘moet’) en dat wordt onder meer in een tweet visueel gemaakt met een regisseursstoel, om duidelijk te maken dat je zowel regisseur als editor kunt zijn van de slotakte van je eigen levensfilm. Waar de NVVE een accent legt op euthanasie, daar doet journalist/lobbyist Rob Bruntink dat op palliatieve zorg. Een tweet van zijn hand – in reactie op de NVVE : Beide partijen spreken over ‘regie’. In het ene geval om idealiter de mogelijkheid van euthanasie te actualiseren; in het andere geval om een beroep te doen op palliatieve ondersteuning in de laatste levensfase. De vermeende regie in deze situaties wijst op het in praktische zin instemmen met handelingen die voornamelijk verricht gaan worden door ánderen. Voornamelijk want indien er sprake is van ‘hulp bij zelfdoding’ (hbz) wordt er van uitgegaan dat de patiënt zelf een barbituraat drinkt - omdat het stervensproces soms enkele uren kan duren, spuit een arts ter bespoediging alsnog dodelijke medicatie in. Het zal de lezer duidelijk zijn dat we in deze tekst van de Van Dale website met ‘2’ van doen hebben: regie in de betekenis van 'de zaak wél in de hand hebben'.
Zowel bij euthanasie/hbz als bij palliatieve zorg is het uiteindelijk, zoals inmiddels bekend mag zijn, de arts die de regie voert: die coördineert, stuurt, leidt. Dus de regie die patiënten dénken te hebben bestaat eruit een verzoek in te dienen (euthanasie/hbz) of gezamenlijk te bespreken wat de eigen levenseindeverlangens zijn en hopen dat een arts in de zorgbeslissingen daarmee rekening wil houden (palliatieve zorg). Dat verzoek of die verlangens zijn uitermate serieus te nemen, van levensbelang zo te zeggen. Maar het is dus zeer discutabel of het dan gaat om regie. De patiënt kan immers niets afdwingen, en is afhankelijk. De befaamde euthanasiewet (WTL) draait niet om de patiënt maar om de juridische ruimte die de arts heeft om zonder strafvervolging te doden. Palliatieve zorg is daarentegen ‘normaal’ medisch handelen. De patiënt zélf handelt niet medisch, en zelfs bij hulp bij zelfdoding is er sprake van… ‘hulp’: het kader waarbinnen gestorven mag worden, heeft de patiënt ook daar niet in de eigen hand. Indien een beroep gedaan wordt op stervenshulp verleend door artsen wordt de regie feitelijk uit handen gegeven. VERANTWOORDELIJKHEID Als euthanasie of palliatieve zorg is gebaseerd op eigen keuze, kun je zelfs zover gaan door te stellen dat autonomie (of zelfbeschikking) ook in kan houden: je levenseinde vrijwillig overdragen aan anderen. Dan geef je welbewust en (hopelijk) weloverwogen de regie uit handen. En je doet dat in vrijheid. Ook al zal een rechtvaardiging gevonden worden in niet-stuurbare of niet te veranderen omstandigheden die je minder vrij maken, de keuzevrijheid wordt je daarmee niet ontnomen. Wat ook uit handen gegeven wordt, is het nemen van verantwoordelijkheid voor je eigen bestaan. "Ik wil dood en jij gaat dat voor mij regelen." Hoewel er schrijnende situaties zijn alwaar pijn en lijden alleen gestopt kunnen worden door medisch ingrijpen, is dat zeker niet altijd het geval. De huidige discussie over het uitbreiden van groepen personen die een beroep kunnen doen op de euthanasiewet of een variant daarop, betreft juist vaak personen die tot zelfstandig handelen in staat zijn en dus ook levensbeëindigende handelingen kunnen verrichten. Psychiatrisch patiënten, mensen met (beginnende) dementie, voltooid levenden. Maar ook mensen die weten dat ze lijden aan een progressieve, onomkeerbare ziekte die hen sterk gaat invalideren. Deze groepen hoeven hun regie niet uit handen te geven, hoeven artsen niet (onnodig) te belasten, en kunnen het monster van de onvervreemdbare eigen verantwoordelijkheid recht ‘in de bek’ kijken. Of een blik werpen in de spiegel – en dat kan best, nee, dat kan verdomd pijnlijk zijn. Het onder ogen komen van de eigen tijdelijkheid, van een ‘te’ vroeg moeten sterven schuurt, brandt. Zelf je overlijden organiseren (zelfeuthanasie) is in die laatst genoemde situaties heel goed mogelijk maar ook een hele pittige opgave – zo blijkt uit mijn jarenlange counselingpraktijk. En daar ligt een belangrijke reden –naast het gegeven dat het kan, dat het gefaciliteerd wordt– om een beroep te doen op artsen. Het kijken in de ogen van de ander die jou aan de hand meeneemt, biedt erkenning, geruststelling en is als zalving van de ziel in een verlangd, verlossend edoch emotioneel zeer beladen moment. De eigen regie en de eigen verantwoordelijkheid worden zo met graagte uit handen gegeven. Niettemin, niettemin. Is het gevoelsmatig prettige en ook nog eens juridisch geoorloofde, tevens óók het ethisch juiste, het béste om te doen? Een vraag voor de komende ‘week van de euthanasie’. Frank Vandendries, levenseindecounselor Comments are closed.
|
NIEUWS
|