Uit het leven gegrepen is de titel van een boek van Martien Versteegh (2019, Uitgeverij Donkigotte, ISBN: 978-94-911906-4-3) en heeft als ondertitel Jongeren van 14 tot 40 over de dood. Ruim dertig jongeren delen hun gedachten en gevoelens over de vergankelijkheid waar we allemaal mee te maken krijgen.
Eindig, het leven De dood is als het zwaard van Damocles dat zeker gaat vallen. Of die val onheil brengt of juist heil, zal voor eenieder verschillend zijn en in ieder geval verschillend erváren worden. Dat verschil lezen we in de verhalen. Hoe wordt het vooruitzicht van het eigen sterven beleefd, of van dat van naasten? Hoe wordt omgegaan met het feitelijke verlies van een dierbare; ofwel: hoe ‘rauw is rouw’? Hoe wordt het verlies van kwaliteit van het eigen leven ervaren, door lichamelijke ziekte of door psychisch lijden? Hoe denken de jongeren over zelfdoding, euthanasie, over afscheid van het leven en de uitvaart? Enkele citaten. Yvonne: “Terwijl ik mijn tweelingzus kwijt was. Maar ze was niet alleen mijn zus, door onze ziekte deden we ook echt álles samen. Toen zij overleed, nam ze een deel van mij mee. Gelukkig heb ik ook een deel van haar mogen houden. Zo voelt dat.” Nelleke: “Mijn angst is namelijk dat er niets is. Dat het leven echt eindig is.” Rick: “Ik sta heel vitaal in het leven. Ik wil er ook van kunnen genieten, dus ik rook en drink. Als ik dat allemaal niet meer kan, geef me dan maar een spuitje en klaar.” Zoraya: “Ik vind het vreselijk als [mijn partner] verdrietig is. Maar hij weet ook dat hij niet de verantwoordelijkheid voor mijn leven kan dragen.” Amy: “Als iemand bij de Praxis tegen haar zegt: “Daar heb je toch een vader voor,” aarzelt ze niet te antwoorden met: “Inderdaad, als hij onder de grond zou kunnen praten.” “Humor is mijn grote hulp, maar het is ook mijn valkuil.” En: “Ben was zestien toen zijn twee jaar oudere broer Thomas overleed aan kanker. “Vlak na zijn dood kreeg ik een berichtje van een vriendin die schreef dat het zwaarste nu ging komen. Ik dacht toen serieus: hoezo? Het is nu toch voorbij? Maar ze heeft helemaal gelijk gekregen.” Deze laatste regels wierpen mijzelf weer even terug in de tijd: toen ikzelf 23, 24 jaar was, werd mijn oudste zus ziek (leukemie) en stierf na tien maanden lang medisch behandelen met chemotherapieën op haar dertigste. Voor mij persoonlijk ging het zwaarste toen ook nog komen. Hoop en inspiratie Naast de persoonlijke verhalen is er ook aandacht voor de werkzaamheden van zelfmoordpreventieorganisatie 113 en voor activiteiten van de jongerenafdeling van de NVVE. Terwijl het voor velen waarschijnlijk een zwaar thema is, jongeren en dood, leest het boek licht en zijn de verhalen zelfs opbeurend: naast al het verdriet en bezinning is er levenswil, levenskracht, veerkracht en moed. De portretfoto’s bij de verhalen geven het geheel een positieve kleur en dragen bij tot wat Martien Versteegh in haar inleiding schrijft: “Hopelijk inspireren hun verhalen je tot het voeren van mooie gesprekken. Soms even de tijd nemen voor de dood: het kan je leven verrijken.” Frank Vandendries, levenseindecounselor Comments are closed.
|
NIEUWS
|