Half november verschenen er in de Belgische kranten artikelen over een priester die gesproken had met een man die schijnbaar depressief was en zelfdodingsplannen had. Deze man, Tony Vantomme, doodde zichzelf in 2015 ook daadwerkelijk en zijn partner (nu weduwe) achterhaalde later het contact tussen man en priester – en diende een klacht in.
Had de priester uit Brugge, Alexander Stroobandt, niet de noodklok moeten luiden en externe psychische begeleiding moeten inroepen om zo het overlijden te voorkomen? ‘ “Hij belde me op om te biechten”, aldus de priester. “Dat gebeurt nu eenmaal niet altijd in een biechtstoel in de kerk.” Meer dan een uur probeerde de priester naar eigen zeggen om de man op andere gedachten te brengen. Nadien volgden nog verschillende sms’en. Maar de priester lichtte de hulpdiensten niet in. “Door het biechtgeheim was ik aan handen en voeten gebonden. Het was duidelijk dat het om serieuze plannen ging. Maar ik heb alles gedaan wat ik kon om hem ervan te overtuigen geen overhaaste beslissingen te nemen. Is het dan mijn fout dat die man uiteindelijk toch besliste om zich van het leven te beroven?” ’ (Gazet van Antwerpen, 14 november 2017) Het Brugse parket dacht daar anders over: de priester moet voor de rechter komen wegens schuldig verzuim! De Brugse raadkamer besloot inderdaad dat de priester zich voor de correctionele rechtbank zal moeten verantwoorden. “Voor schuldig verzuim zou hij een gevangenisstraf van één jaar en/of een geldboete tot 3.000 riskeren. De priester beroept zich op zijn biechtgeheim, maar daar kan de burgerlijke partij zich absoluut niet in vinden. 'We leven in een seculiere maatschappij. Als je mensen moet helpen, dan doe je dat ook', aldus meester Patrick Martens.” (Knack, 15 november 2017) Uitspraken in die laatste zin zijn opmerkelijk: we leven in een seculiere maatschappij, en: als je mensen moet helpen dan doe je dat. Leven in een seculiere maatschappij (of dat zo is, is op zich bediscussieerbaar) verandert toch niets aan het gegeven dat mensen vertrouwelijke gesprekken aangaan in de verwachting dat de vertrouwelijkheid niet geschonden wordt? Of dat vertrouwelijke gesprek nu een religieus kader en karakter heeft en/of dat er werkelijk (qua definitie) van een biecht sprake is, maakt daartoe niets uit. Hoe belangrijk het is om ruimte te geven om te kunnen praten over de zwaarte van het eigen bestaan, over gedachten het leven te willen beëindigen (of over wat al niet) weten alle hulpverleners wel. Vlak niet uit de emotionele last die iemand draagt en de drempels die overgegaan dienen te worden om contact te zoeken om zo die last bespreekbaar te maken – en zo dus los te koppelen van louter de eigen innerlijke beleving. Als de garantie van geheimhouding weggehaald wordt, wordt de noodzakelijke veiligheid die gesprekken vooronderstellen onderuitgehaald. En zal een keuze voor blijvend isolement gemaakt kunnen worden. Die veiligheid verdwijnt ook als het gesprek aangegaan wordt met iemand die vindt dat die de morele plicht heeft te ‘moeten helpen’. Ongeacht wat de betreffende persoon zelf vindt, vindt een ander dat die het recht heeft om in te grijpen. En dat min of meer wettelijk afgedwongen. Schuldig verzuim betekent dan in gebreke blijven door de ander vrij te laten: geen hulp verlenen aan een persoon in vermeend groot gevaar. Iemand die overweegt zichzelf te doden is vanuit die optiek in dergelijk ‘groot’ gevaar. Het gaat er dán niet om dat iemand gevaarlijk is voor anderen, maar voor zichzelf. Je bent op de hoogte dat er iets staat te gebeuren, maar je grijpt niet in. Dat op de hoogte zijn veroorzaakt de ‘schuld’. Mijn Vlaamse cliënten wijs ik op dat rechtsbeginsel: immers, ook als het gaat om een zorgvuldig voorbereide zelfdoding (wat we zelfeuthanasie zijn gaan noemen) moeten betrokken naasten de juridische risico’s kennen. En België kent wegen, net als in Nederland met IBS of RM, om in het kader van verantwoordelijkheden en protocollen binnen de geestelijke gezondheidszorg inschattingen te maken of overgaan op dwangbehandeling gewenst is. Cliënten weten dat natuurlijk ook, en maken eigen afwegingen in welke mate zij open willen, kunnen en durven zijn. Besef tevens: een weloverwogen keuze om het eigen leven te beëindigen kan óók plaatsvinden indien er sprake is van een psychopathologie. Dat iemand bijvoorbeeld (chronisch) depressief is, maakt die persoon niet direct wilsonbekwaam. Publicist Mark Van de Voorde schrijft in de Knack van 16 november: “Tal van hulpverleners en anderen worden bijna dagelijks geconfronteerd met mensen die aan suïcide denken. Hebben zij dan ook telkens de morele (niet juridische, want suïcide is niet strafbaar) plicht om meteen de hulpdiensten in te schakelen? Neen. Wel de morele plicht om te proberen de mens in nood op andere gedachten te brengen. Elkeen weet dat dit heel moeilijk is en vaak slechts tijdelijk helpt. Ook het optreden van hulpdiensten betekent in veel gevallen slechts uitstel: wie ondanks herhaaldelijk inpraten op hem van nabestaanden, vrienden en hulpverleners, toch een einde aan zijn leven wil maken, vindt helaas een gelegenheid daartoe.” Een realistische kijk op de zaak. Echter, die morele plicht om een mens op andere gedachten te brengen: bestaat die plicht wel? Is het niet veel eerder zo dat iemand zichzelf op andere gedachten brengt vanuit inzichten die kunnen ontstaan door in dialoog te gaan met een hulpverlener of existentieel-/spiritueel begeleider? Een dialoog waarin respect is voor de autonomie, waarin empathie en betrokkenheid getoond wordt. Een dialoog die een open einde kent of mag kennen, en juist daarom vertrouwen en veiligheid kent. De weduwe van Vantomme zit begrijpelijk met haar eigen vragen en zoekt waarschijnlijk naar antwoorden vanuit een ‘als… dan had mijn man nog geleefd’. Antwoorden zullen niet gemakkelijk te vinden zijn (als die er al zijn). Het is ook een verlangen naar maakbaarheid. Edoch, haar man is dood door eigen handelen en alleen hij is verantwoordelijk voor de levensbeëindiging. Zelfdoding is geen strafbare handeling – welke morele positie ook ingenomen wordt. De werkelijkheid laat het niet toe feiten te herschrijven. Een harde waarheid die in moet dalen – eenvoudiger gezegd dan gedaan. Priester Stroobrandt is (voor zover bekend) het gesprek aangegaan. That’s it. Mocht er verder geen belastende informatie vrijkomen en mocht de uitspraak negatief gaan uitvallen voor deze Vlaming zal er bij onze zuiderburen een trilling en een rilling gaan door hulpverlenersland. Want, zoals Van de Voorde zegt in het eerder genoemde artikel: “Wie raakt aan het beroepsgeheim… aan het biechtgeheim… In beide ondergraaft hij een van de zuilen van onze beschaving, het vertrouwen.” Frank Vandendries, levenseindecounselor Comments are closed.
|
NIEUWS
|