Op 15 maart a.s. vinden de verkiezingen voor de Tweede Kamer plaats. In de diverse verkiezingsprogramma’s wordt aandacht besteed aan het thema ‘euthanasie en hulp bij zelfdoding’. Opvallend, maar niet verrassend, is dat autonomie niet leidend is bij de stellingname van de politieke partijen. Er is sprake van enerzijds wettelijk regelen met inachtneming van nader te bepalen maar zeker extern toetsbare zorgvuldigheidscriteria, anderzijds van radicale verwerping van iedere wettelijke aanpassing of wijziging. De afgelopen weken en maanden is er, mede dankzij de input van onvermoeibare media (aangezwengeld door een Kamerbrief van Minister Schippers en een initiatiefwet van D66 parlementslid Dijkstra), veel aandacht geweest voor stervens- én levenshulp bij voltooid leven (en bij dementie). Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn inmiddels vast onderdeel van dagelijks publiek debat geworden. Maar waar leidt dat debat toe?
Pia Dijkstra vroeg om reacties op haar initiatiefwet en ook de SLC heeft feedback aan haar kenbaar gemaakt. De SLC-reactie kunt u hier lezen. Wat daarin ook geschreven staat, is dat de SLC een sterk vermoeden heeft dat bij iedere wederkerende maatschappelijk-politieke discussie over het levenseinde de beschikbaarheid van levenseindemiddelen hét cruciale punt van debat wordt. Over autonomie kan veel gezegd en geschreven worden maar zolang er een afhankelijkheid blijft bestaan en mensen niet feitelijk zelf over een middel kunnen beschikken, zal onvrede heersen. Zekerheid over de mogelijkheid van zelfeuthanasie is zélden voldoende. Kortom: val niet steeds terug op een te verwaarlozen mogelijkheid van misbruik maar regel praktisch de toegankelijkheid of laat ‘de markt’, d.i. vraag en aanbod, haar werk doen. Momenteel bevinden de loketten van uitgifte van effectieve, humane levenseindemiddelen zich in China en Mexico: bereikbaar voor eenieder die het middel verkrijgen wil (met een beetje douane-geluk) – en dat het illegaal verkregen moet worden, is nog nimmer een drempel geweest. Dus: in plaats van steeds maar weer bepaalde groepen burgers te bevoordelen (positieve discriminatie, of juist negatieve) lijkt het de SLC beter een oplossing te bedenken die geldt voor alle (volwassen) burgers. De NVVE gaf in haar periodiek Relevant, in het themanummer over ‘voltooid leven’ ( januari 2017) ook ruimte aan tegengeluiden, aan kritische kanttekeningen bij de plannen van de genoemde politici. Eén van die geluiden kwam van de SLC. Of levenseindecounselors van overheidswege stervenshulpverleners willen zijn: ‘Wij willen geen oordeel geven over een ander.’ Die kanttekeningen kunt u hier lezen. Zelfeuthanasie valt in het politieke debat geheel buiten de boot. En natuurlijk, voor wie wil áánsturen is de wens om onder eigen verantwoordelijkheid te leven en te sterven niet aanlokkelijk. Maar ook tijdens de meest recente ‘Week van de Euthanasie’, jaarlijks georganiseerd door de NVVE om euthanasie nog eens éxtra onder de aandacht te brengen, is zelfeuthanasie geen item geweest. Zo was daar bijvoorbeeld de promotie en presentatie van de door de NVVE gesponsorde VICE video ‘Too young to die’ over jongeren met psychische problemen die niet verder willen leven. De SLC vraagt zich af of documentairemaakster Gwen Pol de film ‘Ik laat je gaan’ van Kim Faber gezien heeft. Die video gaat over een jonge vrouw die onder volledige eigen verantwoordelijkheid het leven beëindigde, en werd onder meer getoond tijdens het NVVE jongerensymposium 2016 . Gwen Pol gaf in RTL Late Night van 14 februari jl. aan die dag daar geweest te zijn en daar haar inspiratie opdeed. (Toenmalig dagvoorzitter Kluun zat ook aan de tafel van Umberto Tan.) In de VICE video komt zelfeuthanasie niet aan bod en zo wordt een (te) beperkt beeld gegeven van wat iemand aan mogelijkheden heeft: ofwel gewelddadig/destructief ofwel euthanasie (onder verantwoordelijkheid van een arts). Mooie indringende documentaire, zeker, maar toch een gemiste kans: het beeld wordt geschetst dat een afwijzende psychiater/arts slechts het spóór als alternatief kent – met alle naargeestige gevolgen van dien voor naasten. Deze week kwam zelfeuthanasie wel aan de orde in een tweetal artikelen in de Volkskrant (22 februari) waarin Stichting de Einder aan het woord kwam: ‘80 procent ziet af van zelfeuthanasie na gesprek met consulent’ en ‘Er is zó veel moed nodig om je leven te beëindigen – Catharina helpt bij zelfeuthanasie'. Afgezien van onder meer de meer bevoogdende benadering van cliënten door Einderconsulenten viel in het tweede artikel de opmerking op die toegeschreven wordt aan bestuurslid De Bontridder: “Afgelopen jaar klopten ruim drieduizend personen met een doodswens aan bij De Einder.” In het laatste volledige jaar dat de huidige SLC-counselors nog ‘samenwerkten’ met De Einder en de jaarcijfers over de counseling publiek gemaakt werden, dat was 2014, stond de teller van registreerde cliënten net boven de 600 (lees hier). Twee jaar later vijf maal zoveel? Met een ‘doodswens’? Is er sprake van aankloppen of opkloppen? Een journalist zou nieuwsgierig kunnen worden en om toelichting vragen. Comments are closed.
|
NIEUWS
|